Anton Bruckner

  • 1824 Ansfelden - 1896 Wenen 
  • zong als koorknaap in het klooster van Sankt Florian, waar hij later onderwijzer en organist werd.
  • werd in 1855 organist aan de dom in Linz en later leraar aan het conservatorium van Wenen, waar hij ondermeer les gaf aan Mahler.
  • was een eenvoudig en zeer gelovig componist.
  • componeerde negen symfonieën die alle de uitdrukking zijn van zijn diep religieuze geest.
  • moest het in Wenen afleggen tegen Brahms, wiens symfonieën door de critici de hemel in werden geprezen.
  • werd afgewezen omdat hij gewaagde harmonieën gebruikte en veel oppikte van de gedurfde aanpak van de operacomponist Richard Wagner.
  • werkte zijn symfonieën op advies van leerlingen en vrienden vaak om zodat er meerdere versies van een en dezelfde symfonie bestaan.
  • schreef naast symfonieën ook nog drie missen en een monumentaal Te Deum.

De orkestmuziek van Anton Bruckner is niet voor doetjes. Zijn symfonieën zijn erg wijdlopig, maar wie zich erdoor laat meeslepen, zal prachtige muziek ontdekken. Begin met de volgende twee symfonieën: 

  • Symfonie nr. 4 in Es, ‘Romantische' (zachtjes bevende strijkers, sfeervolle hoornmelodieën en een onstuimige finale: dat moet wel Bruckner zijn)
  • Symfonie nr. 7 in E (de symfonie die het dichtst bij de muziek van Wagner aanleunt)