Béla Bartók

  • publiceerde bijna tweeduizend Hongaarse volksliederen en trok geregeld met zijn bandopnemer naar de uithoeken van Hongarije om er volksmuziek op te nemen.
  • schreef boeken en artikels over volksmuziek en werd beschouwd als een groot kenner op het vlak van de muzikale folklore.
  • was een virtuoos pianist en pianodocent aan het conservatorium van Boedapest.
  • ontwikkelde een eigen stijl waarin hij elementen uit de volksmuziek verwerkte.
  • zette zich af tegen de romantische muziek en lanceerde nieuwe klanken en instrumentencombinaties, maar ook nieuwe speeltechnieken.
  • componeerde muziek die nooit echt atonaal klinkt, maar wel gekenmerkt wordt door energieke, stuwende ritmes.
  • vluchtte bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog naar New York waar hij zijn laatste, meest bekende werken schreef.

De muziek van Bartók klinkt voortdurend fris en aanstekelijk door het grote belang dat hij hechtte aan de ritmische vitaliteit. Luister maar naar deze werken:

  • Concerto voor orkest (in dit eigenaardige werk behandelt Bartók alle instrumentengroepen alsof het solisten zijn. Wees er zeker van dat dit spannende muziek oplevert)
  • Pianoconcerto nr. 2 (het concerto waarin Bartók de piano als slagwerkinstrument gebruikt)
  • Vioolconcerto nr. 2 (in dit erg mooie vioolconcerto verwerkte Bartók een hoop deuntjes die je doen denken aan volksmuziek)