Johannes Brahms
- 1833 Hamburg - 1897 Wenen
- maakte in 1848 kennis met de Hongaarse zigeunermuziek die hij z'n leven lang zou bewonderen.
- ontmoette op z'n twintigste Robert Schumann, die in zijn muziektijdschrift de aandacht op Brahms' muziek vestigde.
- componeerde gedurende zijn hele leven (koor)liederen die opmerkelijk eenvoudig zijn, in tegenstelling tot zijn instrumentale werk. Hij arrangeerde ook talloze volksliederen.
- was een uitstekend pianist en schreef voor piano twee concerto's, drie sonates, een aantal variatiereeksen en een hele boel kortere stukken.
- werd erg bekend om zijn vele kamermuziek waarin hij streefde naar de uiterste perfectie.
- schreef vier symfonieën die duidelijk door Beethoven geïnspireerd werden.
- hield niet zo van muziek die de afbeelding is van een thema, een gedicht of een onderwerp en schreef dus enkel absolute muziek zonder inhoud.
- werkte vaak met kleine muzikale ideeën die hij op een ingenieuze manier verder uitwerkte.
Brahms' orkestmuziek kan bijzonder introvert zijn, maar is voortdurend warm, rijk en expressief. Hier zijn een paar toppers:
- Symfonie nr. 4 in e, opus 98 (de symfonie waarin Brahms opent met smachtende strijkers en besluit met een citaat van een werk van Bach)
- Vioolconcerto in D, opus 77 (Brahms' enige en aartsmoeilijke vioolconcerto werd geschreven voor de Hongaarse sterviolist Joseph Joachim en is een heerlijke brok romantiek)
- Pianoconcerto nr. 2 in Bes, opus 83 (het grootschalige concerto waarin Brahms tegen de symfonie aanleunt en waarin hij de piano haast als een orkestinstrument behandelt)