Liesbeth Devos
De Belgische sopraan Liesbeth Devos is een stilistische duizendpoot. Na haar opleiding als hoboïste, studeerde ze af voor zang aan het Conservatorium van Antwerpen bij Stephanie Friede. Ze won de eerste prijs op het Kurt-Leimer Wettbewerb (Zürich), was finaliste van het Liedwettbewerb des Bayerischen Rundfunks (Bayreuth) en finaliste van de Wigmore Hall/Indipendent Opera Voice Fellowship.
Liesbeth's recente engagementen bestonden onder andere uit Galatea (Acis and Galatea), Despina (Così fan tutte), Euridice (Orfeo ed Euridice), Zerlina (Don Giovanni) en Belinda (Dido and Aeneas) met het Belgische operagezelschap;The Ministry of Operatic Affairs, Galatea (Aci, Galatea e Polifemo) met het Slovenian Philarmonic Orchestra, Danica (Svadba) met het Aix-en-Provence Festival en Melpomène (Atys) met Les Arts Florissants. Haar recente opname Liebesfrühling (liederen en duetten van Clara en Robert Schumann) voor Phaedra CD werd wereldwijd bejubeld.
In 2018/2019 zal Devos onder andere opnieuw samenwerken met het Slovenian Philharmonic Orchestra in de rol van Vagaus (Juditha Triumphans), maakt ze haar debut in de rol van Première Suivante de Dircé (Médée) met de Opéra de Rouen, zingt ze Mahler's 4de symphonie en Berg's Sieben Frühe Lieder met Rotterdam Chamber Music Society, de hoofdrol in de wereldcreatie van de opera Macho und das Bitch (Groslot) en haar debut met het Gulbenkian Orchestra voor een cd opname van Madame Butterfly (Kate Pinkerton).
Liesbeth Devos verscheen regelmatig in de drie operahuizen van België. Vlak na haar studies op het conservatorium engageerde De Munt/ La Monnaie haar voor de rol van Despina (Così fan tutte) en meteen daarna voor Ilse (Frühlingserwachen) en Papagena (Die Zauberflöte). In de Vlaamse Opera zong ze Miss Wordsworth (Albert Herring), Barbarina (Le Nozze di Figaro), Lucia (Rape of Lucretia), First Niece (Peter Grimes) en de hoofdrol Helena (Rage of Life). In de Opéra de Wallonie zong ze Xunchia (L'inimico delle donne), Marie (Guillaume Tell) en Elvira (L'italiana in Algeri). Ze vertolkte Lace Seller en Strolling Player (Death in Venice) in La Fenice en Danica (Svadba) in San Francisco Opera.
Als concertzanger zong Liesbeth Devos de solo partij met verschillende symfonische orkesten zoals Amsterdam Sinfonietta, Les Arts Florissants, Antwerp Symphony Orchestra, The Academy of Ancient Music, Brussels Philharmonic, Orchestre de Dijon-Bourgogne, Jeugd- en Muziekorkest Vlaanderen, Boston Händel & Haydn Society, Concert d'Anvers, Württembergische Philharmonie Reutlingen en Sovenian Philharmonic. Ze werkte met vooraanstaande dirigenten zoals William Christie, Richard Egarr, Ivo Venkov, Gergely Madaras, Michaël Schönwandt, Rinaldo Alessandrini, Bo Holten, Robert Groslot, Bruno Bartoletti, Bart Van Reyn, Dirk Vermeulen en Leif Segerstam. Haar interpretatie van Perglesi's Salve Regina in de VS kreeg veel bijval in de Amerikaanse pers. Liesbeth Devos' fijngevoeligheid voor lied en poëzie maakt haar tot een veelgevraagd muzikant voor kamermuziek. Ze zong Schönberg's 2de strijkkwartet met Taurus String Quartet en vele andere programma's met oa het Collectief, Malibran String Quartet en Simoens Trio. Met pianisten Jozef De Beenhouwer, Lucas Blondeel en Francisco Poyato zong ze in de meest prestigieuze liedfestivals wereldwijd.
Op DVD verscheen Devos in Death in Venice (La Fenice-Dynamic), L'inimico delle Donne (Opéra de Wallonie-Dynamic) en Guillaume Tell (Opéra de Wallonie-Dynamic). Op CD verscheen ze met De Boeck liederen (Phaedra cd), Bram Van Camp's Feesten van Angst en Pijn (Fuga Libera), Liebesfrühling (Phaedra cd), De kinderen der Zee - Mortelmans - waarin ze de hoofdrol, Stella, vertolkt (Phaedra CD).
Liesbeth Devos werd gecoached door Patricia McCaffrey, Stephanie Friede, Lieve Suys, Lucienne Van Deyck, Susanna Eken, Guy Joosten en José Van Dam.