Koningin zonder land
Een vrouw die trouwde uit plicht én passie. Een moeder die zes kinderen baarde. Een koningin die door haar eigen familie buitenspel werd gezet. Het levenslot van Johanna van Castilië (1479-1555) alias ‘Johanna de Waanzinnige’ spreekt al eeuwenlang tot de verbeelding. Was ze werkelijk geestesziek? Of lastig mondig in een wereld die vrouwen het liefst stil hield? Wat we weten — en niet weten — over Johanna’s leven inspireerde componist José María Sánchez-Verdú tot nieuw werk waarin echo’s van de zestiende eeuw een hedendaags klankportret kleuren.
Als dochter van de katholieke vorsten (‘reyes católicos’) Isabella en Ferdinand was Johanna van Castilië de erfgename van een wereldrijk dat zich uitstrekte van Granada tot de Nieuwe Wereld. Haar huwelijk met Filips de Schone (Lier, 1496) was de start van een lange, hobbelige verbintenis tussen Spanje en de Lage Landen. Toen de koning op jonge leeftijd stierf, begon een machtsstrijd waarbij Johanna langzaam maar zeker van het toneel werd geduwd. Haar koppigheid en onvoorspelbaarheid — al dan niet strategisch uitvergroot door haar entourage — leidden uiteindelijk tot de diagnose ‘waanzinnig’ en levenslange opsluiting in het Santa Clara-klooster van Tordesillas.
Spionnetje
Het is een zeldzaam spionnetje op de wereld van Johanna, het handschrift van 8,5 bij 11 cm dat vandaag als Cancionero de Juana la Loca wordt bewaard in de Koninklijke Bibliotheek van België. Het liedboekje, vervaardigd in Brugge in 1511, bevat de bovenstem (‘superius’) van meer dan 20 wereldlijke en religieuze liederen van componisten als Jacob Obrecht, Josquin des Prez en Alexander Agricola. De polyfone liederen – gedicht in het Frans, Nederlands en Latijn – raken aan universele thema’s als liefde, jaloezie, rouw en devotie en worden omgeven door schitterende miniaturen van Alexander Bening. Een muzikaal én visueel meesterwerkje, dus, dat in al zijn luxe ook de kwetsbaarheid van Johanna spiegelt.
In opdracht van Antwerp Symphony Orchestra ging de Spaanse componist José María Sánchez-Verdú aan het grasduinen in Johanna’s liedboek. Het resultaat is een dialoog tussen mezzosopraan en orkest, verrijkt met luit en organetto (portatieforgel): instrumenten uit Johanna’s tijd die niet als historisch accessoire maar als narratieve schakels worden ingezet. Oud en nieuw wrijven in het mechaniek van de muziek.
Onvoltooid verleden
Voor Sánchez-Verdú was het liedboek niet zozeer een museaal object, maar een levend document — een stem die om wederwoord vroeg. Zijn compositie — een combinatie van historisch bronnenmateriaal en vrije vinding — ontvouwt zich als een ontmoeting tussen de twee muziekkapellen van de Spaanse koningen: de ‘Capilla Flamenca’, bevolkt door Frans-Vlaamse polyfonisten, en de Iberische hofkapel. Die twee invloedssferen, het eb en vloed tussen inspiratie en competitie, zorgen voor verbinding tussen de bouwstenen van de partituur. De dialoog voltrekt zich overigens niet alleen in tekst en muziek: de componist verwijst expliciet naar renaissanceschilderkunst als toetssteen voor zijn klankportret, met als voorbeeld de ‘weisse Stille’ (‘witte stilte’) van winterlandschappen uit de Lage Landen.
Vervolgverhaal
Als millenniale maker teruggrijpen naar zestiende-eeuws bronnenmateriaal is een uitdaging van formaat. Hoe respecteer je het origineel zonder jezelf te muilkorven? Hoe stel je het verleden aanwezig zonder het tot slaaf te maken? Hoe hard mag je schoppen tegen heilige huisjes vooraleer er iets breekt? Het is componeren als koorddansen, tussen eerbied en eigenzinnigheid.
Sánchez-Verdú weigert te kiezen tussen heden en verleden, tussen Spanje en Vlaanderen, tussen woord en muziek. En waarom zou hij ook? Het pad tussen heden en verleden hoeft geen eenrichtingsverkeer te zijn. Luciano Berio toonde het al met zijn originele revisité van volksliederen, Arvo Pärt met middeleeuwse mystiek in nieuwe timbres. Telkens weer blijkt erfgoed geen eindstation, maar een vertrekpunt.
Ook Cancionero de Juana la Loca maakt de spanning hoorbaar tussen herinnering en actualiteit, respect en artistieke vrijheid. Tussen verwondering en bewondering voor een historisch personage dat in onuitgegeven scenario’s wordt opgevoerd. Wat dat oplevert? Geen laudatio of apologie, noch een antwoord op de vraag wie Johanna nou écht was. Wel een nieuwe manier om naar haar verhaal te luisteren.
tekst: Sofie Taes
Meer Spanje
Agenda
-
Voorbijza 15.11.2520:00
-
-
do 23.10.2513:30 - 15:00Koninklijke Bibliotheek van België
-
zo 26.10.2511:00Koninklijke Bibliotheek van België
-
zo 26.10.2513:30 - 15:00Koninklijke Bibliotheek van België
-