Beilman over Saariaho en vader worden

De Amerikaanse violist Benjamin Beilman is dit seizoen focusartiest bij Antwerp Symphony Orchestra. Voor de derde keer staat hij er op het podium, ditmaal met Graal théâtre van Kaija Saariaho, een concerto dat virtuositeit, theatraliteit en spiritualiteit verenigt. Naast het concert geeft Beilman ook een masterclass aan jong talent en deelt hij het podium met de generatie van morgen. In dit gesprek blikt hij vooruit op zijn week in Antwerpen.

 

Dit is je derde keer met Antwerp Symphony Orchestra. Wat maakt spelen met dit orkest en in de Elisabethzaal bijzonder?

“Ik heb een paar goede vrienden in het orkest, zoals solocellist Raphael Bell, met wie ik in de zomer ook kamermuziek speel. Dat maakt het extra fijn om terug te keren en meteen zoveel vertrouwde gezichten te zien. En dan die zaal... Ik hou zó van de Elisabethzaal. Ze klinkt helder, bijna ‘crisp’, maar heeft tegelijk ook een prachtige resonantie, een soort warme galm. Helemaal perfect zo. En wat ik geweldig vind: het publiek is altijd divers en nieuwsgierig, een mix van mensen die allemaal op een andere manier luisteren.”

En hoe ervaar je de stad zelf?

“Antwerpen is gewoon een prachtige plek om te zijn. Ik heb een paar favoriete restaurants, onder meer een visrestaurant vlak bij de sporen. Ook ga ik graag lopen door de stad: langs historische wijken, door jonge en levendige buurten. Voor mij is het zeker geen straf om hier terug te komen. Ik hou van België, punt. Zelfs een grijze, regenachtige dag kan de schoonheid van deze stad niet verbergen.”

Je speelt dit keer Graal théâtre van Kaija Saariaho. Hoe zou je dit concerto omschrijven voor iemand die het nog nooit hoorde?

“Het concerto heeft twee delen die voor mij een soort innerlijke spanning verbeelden. De titel zelf zegt het al: Graal théâtre combineert iets sacraals met iets profaans. Dat conflict hoor je voortdurend terug. Als artiest vraag je je soms af: ben ik hier om te entertainen, of ben ik hier om iets hogers te zoeken? Saariaho balanceert voortdurend tussen die twee. Voor haar moet dit werk bovendien bijzonder persoonlijk zijn geweest: ze begon als violiste, maar kon die ambities niet volledig waarmaken. Zoals Sibelius, die ook violist was, heeft ze haar eigen verlangens en ideeën in een vioolconcerto gegoten. Dat maakt het voor mij extra geladen.”

“Ik hou zó van de Elisabethzaal. Ze klinkt helder, bijna ‘crisp’, maar heeft tegelijk ook een prachtige resonantie, een soort warme galm.”

Wat typeert voor jou haar klankwereld?

“Saariaho’s muziek heeft altijd een gloed, bijna een gouden ‘halo’. Er is altijd een gevoel van continuïteit, van beweging. Ik denk vaak aan een zwaan die over het water glijdt: wat je ziet, is pure elegantie, een serene rust, maar je weet dat er onder het oppervlak een enorme energie schuilgaat. Dat beeld blijft me bij als ik haar muziek speel: er is voortdurend beweging en toch een gevoel van oprechte schoonheid.”

Vraagt dit werk een andere voorbereiding dan een klassiek concerto?

“Ja, absoluut. Bij Beethoven of Mendelssohn zoek je natuurlijk ook naar kleuren, maar bij Saariaho gaat dat veel verder. De tinten en schakeringen ontstaan op een totaal andere manier. Ze vraagt iets rauws van de speler. Je kunt je niet verschuilen achter je routine of je ‘oude wapenrusting’. Je moet bereid zijn alles af te leggen en jezelf totaal kwetsbaar op te stellen. Alleen dan werkt het stuk.”

In dit werk wordt de solist vaak als ‘figuur in de ruimte’ gezien. Hoe ervaar jij je rol: protagonist, verteller, of iets anders?

“Meestal beschouw ik mezelf in een concerto als de verteller. Hier ligt dat anders. Ik ben nog steeds een centrale figuur, maar vaak versmelt mijn partij met het orkest. Soms is het bijna niet meer te onderscheiden wie wat speelt. Als ik naar de partituur kijk, zie ik hoe gedetailleerd Saariaho beschrijft welke klanken ze wil. Het is duidelijk dat ze wil dat je opgaat in het ensemble, dat je een echo wordt van de orkestklank. Je bent dus een hoofdpersonage, maar in een constante dialoog.”

“Saariaho's concerto doet me denken aan een zwaan die over het water glijdt: wat je ziet, is pure elegantie, een serene rust — maar je weet dat er onder het oppervlak een enorme energie schuilgaat.”

Tijdens je week als focusartiest geef je ook een masterclass. Wat wil je jonge musici meegeven?

“Ik denk daar in twee richtingen over. Eerst: hoe ontdek je jezelf als artiest? Hoe word je de beste versie van jezelf, iemand die diep heeft gegraven in zijn eigen wezen? En daarnaast: hoe verhoudt dat zich tot de wereld om je heen? Dat verschilt per stad, per situatie. Wat ik in New York zou aanraden, is niet hetzelfde als wat ik hier zou zeggen. Natuurlijk speelt technologie een grote rol, kunstmatige intelligentie bijvoorbeeld. Maar net daardoor is het mens-zijn, het feilbare, nóg belangrijker geworden. Ik geloof dat kunstenaars en musici meer dan ooit nodig zijn.”

En leer jij zelf nog iets uit zo’n ontmoeting?

“Altijd. Ongeacht het niveau van de student is er altijd iets te ontdekken. Soms gaat het om een onverwachte invalshoek, een kleur die ik nog niet eerder zo gehoord had. Soms neem ik dat mee, soms laat ik het gewoon bij de student. Maar de dialoog zelf is altijd inspirerend. Het gaat voor mij niet om het opbouwen van een façade, maar om het vinden van de kern van iemand.”

Je werd onlangs vader. Heeft dat je muziek maken veranderd?

“Zonder twijfel. Het is het mooiste én het moeilijkste wat ik ooit heb meegemaakt. In het begin draait alles om je kind: zorgen dat het leeft en zich goed voelt. Daarna hervind je beetje bij beetje de balans: eerst met je partner, dan met vrienden en uiteindelijk ook met je werk. Het verandert je prioriteiten volledig. Concerten en reizen krijgen nu een andere betekenis. Elk optreden wordt een bewuste keuze, en daardoor krijgt het meer diepte.”

Tot slot: welke boodschap heb je nog voor het Antwerpse publiek?

“Ik heb alleen maar warme herinneringen aan deze stad en dit orkest. Ik heb zelfs mooie ontmoetingen gehad met jonge mensen uit het publiek. Ik kijk ernaar uit om terug te zijn, om de vertrouwde samenwerking met het orkest voort te zetten en om voor het eerst met Baldur Brönnimann te werken. Het programma ziet er geweldig uit: Debussy en Saariaho naast elkaar, een combinatie die bijna vanzelfsprekend aanvoelt. Ik kan niet wachten om dit met jullie te delen.”

 

tekst: Jasper Gheysen
eerste foto: Sophie Zhai

Put me on the waiting list

Wish list

Added:

To wishlist